de bewuste dag


de bewuste dag 1.0

de dag waarvan reeds sprake was; de dag die bekend is

Algemene voorbeelden


Nadat het eindelijk was gelukt om met oom David een datum vast te stellen waarop ze naar zijn oude huis kon verhuizen, stond ze op de bewuste dag met een bus met al haar spullen voor de deur van de tweekamerwoning, waar haar oom uit zijn bed sprong om dit vervolgens naar de woonkamer te verslepen.

De tweede geschiedenis, Loes Wouterson,

E. ontkent zijn deelname, evenals eerder R.H.Z. (36) uit Lelystad, die in september al voor dit feit werd veroordeeld. De twee zouden de bewuste dag 's ochtends rond half tien de Rabobank zijn binnengekomen, gewapend met vuurwapens.

Meppeler Courant,

In het beklaagdenbankje hield de inmiddels ontslagen taxichauffeur vol dat hij die bewuste dag niet in strijd met de wet had gehandeld.

Meppeler Courant,